woensdag 24 oktober 2012

Hiel dat Antwaarpe, hiel dat stad...

Ik overweeg om "Mijn" geboorteplaats Antwaarpe te laten veranderen in Ghant. ;)
Na 42 jaar in Amsterdam ben ik nog steeds Belg. Maar eigenlijk Europeaan die het liefst een paspoort zou willen van the United Nations. Net 16 jaar was ik toen ik op vakantie in Amsterdam de landing op de maan met ingehouden adem "meemaakte". Al had ik in de jaren daarvoor mijn vakanties in Parijs doorgebracht - ook bepaald geen dorp - en van Oostende tot Dinant, van Wuustwezel tot Kortrijk bijna elke plaats in België kende, die zomer, toen voelde ik mij in Amsterdam alsof ik ook op de maan was en naar de aarde keek. Naar een stipje waar de Strangers en de Poesje waren. Naar heel dat stad waar de Pajottenberg en Wezenberg en Noordkasteel verdwenen waren ten gunste van "onzen E3" (nu E17) en de zoveelste havendokverbinding. Waar de Pre-Metro werken de Teniersplaats en verlengden in alle windrichtingen adembenemend blootgelegd hadden. En waar de Volks Unie marcheerde met slogans als Vlaamse officieren voor Vlaamse soldaten en vooral Vlaanderen Vlaams -en oep Sint Anneke mosselen, repliceerde mijn vader dan.
Hier in Amsterdam zag ik "HAIR!". Niet alleen de show in een machtige tent op het Stadionplein, maar gewoon overal in de stad. "When the moon, is in the seventh house" klonk het constant in mijn oren. En zeker tijdens die maanlanding. Maar net als de Apollo raket, keerde ik terug naar huis.
Zoals Armstrong in een interview ooit zei: de spanning van dat onbekende terrein, zelfs met de mogelijkheid dat je nooit meer thuis komt is overweldigend. Maar dat terug thuiskomen is na alle sentimenten alsof je opgesloten word.
"Hiel die stad" die toch van mij was leek ineens de zologie geworden te zijn. En ik was de Guust de gorilla, de beroemdste bewoner van de zoo. Of ik nu op de De Keizerlei liep, op een bank in't Stadspark zat of in den Twie naar de Suikerrui stond, overal was het datzelfde "lieke" (: "Zeg is, hedde da na gezien? Da gasje mê die lange kalot, da kaanten hemmeke en die roze broek? Dat da zo over 't straat daarft!" En verderop in de Gemeentestraat hing weer een affiche aan het venster: Vlaanderen Vlaams! Kiest Volks Unie!" en op de deur in schoon Vlaams: "Defendus au Nord Africains." Dat ter onderscheiding met het café naast de valiezenwinkel 20 m verderop waar de mensen ook even stil bleven staan: "Hedde da gezien zeg, ge zult daar mor per abuis binnen gaan, mê al die zwarte mannekes en tjoek-tjoeks!"

Nu was ik 17 geworden en hoewel het toeval niet helemaal alleen stond, werd ik door ons ma op het perron uitgezwaaid met de zakdoek waarmee ze juist haar traantje opgedept had. En tuut-tuut zei den trein en de statie vertrok. Op weg naar het paradijs dat Amsterdam heette was het alsof er iets van me afgleed. Ik had mijn Antwerpen verruild voor mijn Amsterdam, van cape canaveral naar de maan. Met één verschil. Ik ging op de maan wonen en zou geregeld het week-end op moeder aarde terugkeren. En 16 jaar later, na vaders dood, geregeld enkele weken blijven om "ons" moeder te helpen met de grote kuis of reparaties te verrichten aan dat kot van ons.
Pas in 1989 kwam het definieve afscheid toen na moeders dood ons schoon huis bij de notaris niet meer van ons was. Bij het afscheid van de gazettenvent drong het tot me door dat ik ook de Nieuwe Gazet kwijt was. Een bron van ergernis, en tegelijk de bron van informatie waarop en waarover - zelfs die van ons- zich in't stad ergerden, blijkbaar onveilig voelden of zich schaterend mee amuseerden. "Ja menier, Partir c'est mourir un peut." Zei de gazettenvent in schoon Antwaarps, "maar allez, gij zijt allank geleje al weggegaan, 't is just de leste valies."
Die leste valies, die laatste koffer. En hoe poëtisch het ook mag klinken, vooral in het Duits "Ich hab' noch eine Koffer in Berlin" er bleef toch echt een koffer achter! Hiel dat stad, da Antwaarpe da toch ook van mij was. En zo is het tot op de dag van vandaag! Alleen zijn er de laatste jaren onder het Vlaams Blok en Belang - dus voor Bartje en de NVA - zoveel huiveringwekkende vanzelfsprekendheden "bon ton" geworden dat ik de laatste keren in Antwerpen alleen nog pas na middernacht en veel later door 't stad ging wandelen. Nee, de mensen blijven niet meer staan om mij aan te staren met de woorden: "hedde da gezien zeg? Da die zo over 't straat daarft te lope.....". Maar naar goed Antwerpse gewoonte laten mensen je De Gazet uitlezen in 't café om dan, nog voor ze opgevouwen is hùn "point de vue" of "hun gedacht" uit de doeken te doen. Ging ik er vroeger tegenin, sprong ik uit mijn vel of trachtte ik de achterkant van het gelijk boven te halen, nu doet het mij pijn. Alsof er doodleuk in "die koffer", mijn leste valies, geplast wordt. En dat doen Bart De Wever en de zijnen... waarschijnlijk met veul genoegen. Immers, als zij Zwartzakken zijn, dan ben ik tenminste nen lelijken deserteur, en gaat het mij niet aan om mijnen bebbel te roeren over HUN Antwaarpe... dat ooit ook van mij was... en nu in die oude schoenendoos met "onplooibare foto souvenirs" anno 1930 en 1955 bij de vele doodsbrieven van toen tegen vergeling veilig, mijn lest valies geworden is.